Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • lorry = vrachtwagen
  • crossroads = kruispunt
  • dangerous = gevaarlijk
  • tyre = band
  • pavement = stoep
  • cycle tracks = fietspaden
  • cyclist = fietser
  • helmet = helm
  • drivers = automobilisten
  • pedestrians = voetgangers
  • pass = voorbijgaan
  • handle = hanteren
  • solution = oplossing
  • direction = richting
  • added = voegden toe
  • official = officieel
  • special = speciaal
  • call = noemen
  • routes = routes
  • regular = regelmatig
  • exit = uitrit
  • local = plaatselijk
  • expect = verwachten
  • obey = gehoorzamen
  • amazing = verbazingwekkend
  • meal = maaltijd
  • miss = missen
  • exciting = spannend
  • dull = saai
  • fabulous = fantastisch
  • education = opleiding
  • waitress = serveerster
  • glamorous = aanlokkelijk
  • cleaner = schoonmaker
  • sunbathe = zonnebaden