EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
2 vmbo-k-g-t
2 yellow-Unit2-Lesson7
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
familiar
=
bekend
a few
=
een paar
a little
=
een beetje
spare time
=
vrije tijd
to know about
=
op de hoogte zijn van
enough
=
genoeg
gang
=
jongens
to be for it
=
er vóór zijn
artist
=
artiest, kunstenaar / artiest / kunstenaar
winner
=
winnaar
to add
=
toevoegen
to clean off
=
eraf halen, schoonmaken / eraf halen / schoonmaken
rude
=
grof
mad
=
gek
bike shed
=
fietsenstalling
spot
=
plek
massive
=
gigantisch, heel groot / gigantisch / heel groot
allowed
=
toegestaan
nowhere
=
nergens
to suppose
=
aannemen, veronderstellen / aannemen / veronderstellen
to solve
=
oplossen
another
=
nog een, een ander / nog een / een ander
to come up
=
naar boven komen
imaginative
=
fantasierijk