Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • to assist = helpen
  • junior = junior, ondergeschikt / junior / ondergeschikt
  • to beat it / beat /beaten = ervandoor gaan
  • experienced = ervaren
  • management = management
  • training scheme = trainingsprogramma
  • to cost / cost / cost = kosten
  • battery = batterij, accu / batterij / accu
  • dead = leeg
  • to charge = opladen
  • model = model, type / model / type
  • to interest = interesseren
  • on offer = in de aanbieding
  • delivery = levering
  • complaint = klacht
  • interview = sollicitatiegesprek
  • customer service = klantenservice
  • highly = behoorlijk, in hoge mate / behoorlijk / in hoge mate
  • required = vereist
  • instead = in plaats daarvan
  • to fill = vullen
  • shelf / shelves = plank / planken, vak / vakken / plank / planken / vak / vakken
  • brick = baksteen
  • to switch on = aanzetten
  • steady = vast
  • income = inkomen
  • reference = referentie
  • forever = voorgoed
  • business = zakelijk
  • to bump into = tegen het lijf lopen
  • state-of-the-art = supermodern
  • old fogy = ouderwets figuur, ouwe knar / ouderwets figuur / ouwe knar
  • to exaggerate = overdrijven
  • proposition = voorstel
  • to interrupt = onderbreken, in de rede vallen / onderbreken / in de rede vallen