EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
3 t-havo-vwo
3 blue-Unit4-Lesson16
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
to soak
=
doorweken
bus shelter
=
bushokje, abri / abri / bushokje
useless
=
nutteloos, waardeloos / nutteloos / waardeloos
roof
=
dak
golfing / golf
=
golf
umbrella
=
paraplu
dry
=
droog
second / sec
=
eventjes / een ogenblik / eventjes / een ogenblik
to let / let / let
=
toelaten / liet toe / toegelaten / laten / liet toe / toegelaten
seat
=
zitplaats
unreal
=
onwerkelijk, onvoorstelbaar / onwerkelijk / onvoorstelbaar
to experience
=
ervaren, meemaken / ervaren / meemaken
record
=
record
wellies
=
kaplaarzen
offer
=
aanbod
to survive
=
in leven blijven
to come round
=
langskomen
to be on good terms
=
een goede verstandhouding hebben
upset
=
van streek
innocent
=
onschuldig
to affect
=
aangrijpen, ontroeren / aangrijpen / ontroeren
threat
=
bedreiging
a bit
=
een poosje
to watch out
=
uitkijken
puddle
=
plas
insane
=
gestoord, krankzinnig / gestoord / krankzinnig
death
=
dood
to ruin
=
verwoesten, ruïneren / verwoesten / ruïneren
breaking news
=
speciale nieuwsuitzending
gigantic
=
gigantisch
torrential rain
=
stortregen
kitten
=
jong katje
to misunderstand
=
verkeerd begrijpen
bush fire
=
bosbrand