Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • self-esteem = gevoel van eigenwaarde
  • guarantee = garantie
  • to dislike = niet aardig vinden
  • inferior = minderwaardig
  • surface = oppervlakte
  • worthless = waardeloos
  • futile = nutteloos
  • to amount to something = het ver schoppen
  • to ignore = negeren
  • capable = bekwaam
  • inner = innerlijk
  • value = waarde
  • to radiate = uitstralen
  • confidence = zelfvertrouwen
  • to pursue something = iets najagen
  • to handle = omgaan met
  • well-being = welzijn
  • improvement = verbetering
  • inadequate = ontoereikend
  • boost = oppeppertje
  • long-term = langetermijn
  • a lack of = een gebrek aan