Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • confess (to) = bekennen, toegeven
  • dentist = tandarts
  • detention = het nablijven
  • excuse = smoesje, excuus
  • fair = beurs
  • guardian = voogd
  • headache = hoofdpijn
  • inform (to) = informeren, op de hoogte stellen
  • involved (to be) = erbij betrokken zijn
  • knowledge = kennis
  • offence = overtreding
  • own up (to) = opbiechten
  • play truant (to) = spijbelen
  • punishment = straf
  • run into (to) - ran into - run into = tegenkomen (onverwacht) - kwam(en) tegen - tegengekomen
  • signature = handtekening
  • specify (to) = precies vermelden
  • suitable = geschikt, gepast
  • supply teacher = invaller
  • suspend (to) = schorsen
  • truth = waarheid