Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • clear (to) = vrijmaken
  • courier = koerier, bode
  • crust = korst
  • delivery = bezorging
  • excellent = uitstekend
  • extraordinary = bijzonder
  • front door = voordeur
  • instruction = instructie
  • obstruction = obstakel
  • order = bestelling
  • publicity = publiciteit, reclame
  • put (to) - put - put = zetten - zette(n) - gezet
  • red pepper = rode paprika
  • shrimp = garnaal
  • spot = plek
  • starve (to) = honger lijden
  • stuff (to) = (op)vullen
  • thin = dun
  • unlikely = onwaarschijnlijk
  • while = tijd(je)