Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • argue (to) = ruzie maken
  • be - was - been in love (to) = verliefd zijn
  • break - broke - broken up (to) / split - split - split up (to) = het uitmaken
  • business deal = zakendeal
  • conversation = gesprek
  • drift apart (to) = uit elkaar groeien
  • fall - fell - fallen out (to) = ruzie krijgen, - maken
  • fancy (to) = leuk vinden
  • gang = bende
  • go - went - gone out with (to) = uitgaan met
  • lively = levendig
  • lover = minnaar, geliefde
  • mate = vriend, kameraad
  • offer = (aan)bod
  • perfectly = perfect
  • platform = perron
  • private = privĂ©, persoonlijk
  • refuse (to) = weigeren
  • seat = stoel, zitplaats
  • shout (to) = schreeuwen
  • single = single, alleenstaand