EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface onderbouw 3e editie
HAVOVWO - Leerjaar 3 - 3e editie
Hoofdstuk 1.2 - Vocabulary unit 1, lesson 2
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
absolutely
=
helemaal
adore (to)
=
dol zijn op
attic
=
zolder
cheat (to)
=
valsspelen
complicated
=
ingewikkeld
construct (to)
=
bouwen, in elkaar zetten
contemporary
=
hedendaags
convinced (to be)
=
ervan overtuigd zijn
create (to)
=
ontwerpen, maken
cube
=
kubus
date back to (to)
=
dateren uit/van
decade
=
periode van tien jaar
drive mad (to) - drove mad - driven mad
=
gek/dol maken - maakte(n) gek - gek gemaakt
envy (to)
=
benijden
fond of (to be)
=
dol/gek zijn op
generation
=
generatie
lose touch (to)
=
uit het oog verliezen
memory
=
herinnering
move away (to)
=
verhuizen, wegtrekken
nowadays
=
tegenwoordig
obsessed with (to be)
=
geobsedeerd zijn door
require (to)
=
vereisen
rival
=
rivaal
vivid
=
levendig, ster