Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • alternatively = anders, als tweede mogelijkheid
  • as a whole = als geheel
  • at stake = op het spel
  • burden = last, druk
  • cater to (to) = zich richten op
  • conscious = bewust
  • convenience = gemak
  • demand (to) = eisen
  • destructive = destructief, verwoestend
  • discard (to) = weggooien
  • economical = goedkoop
  • environmental = milieu
  • impact = impact, krachtige invloed
  • industry = industrie, bedrijfstak
  • initiative = initiatief
  • operator = (reis)organisator
  • opt for (to) = kiezen voor
  • ordinarily = gewoonlijk
  • poor = slecht
  • practice = praktijk, gebruik, gewoonte
  • record = staat van dienst
  • regarding = met betrekking tot
  • regulation = wetten en regels
  • rely on (to) = afhankelijk zijn van