Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • pocket money = zakgeld
  • car boot sale = kofferbakverkoop
  • bloke = gozer, vent / gozer / vent
  • half-price = voor de helft van de prijs
  • stolen = gestolen
  • goods = goederen, spullen / goederen / spullen
  • dishonest = oneerlijk
  • worry = zich zorgen maken
  • blame = de schuld geven, kwalijk nemen / de schuld geven / kwalijk nemen
  • arrest = arresteren
  • empty = leeg
  • suspicious = verdacht
  • cash = contant geld
  • airport = vliegveld
  • mention = noemen
  • leader = leider
  • be on probation = in je proeftijd zitten
  • prison = gevangenis
  • fine = boete
  • community service = taakstraf
  • sentence = straf, veroordeling / straf / veroordeling
  • forgive = vergeven
  • absolutely = zeker, absoluut / zeker / absoluut
  • get = begrijpen