Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • in = thuis
  • upstairs = boven
  • to call = roepen
  • tea = avondeten
  • nature = natuur
  • project = project
  • often = vaak
  • nope = nee
  • to print out = uitprinten
  • watch = wachtdienst
  • to invite = uitnodigen
  • home = woonplaats
  • wonderful = schitterend
  • good value = waar voor je geld
  • to last = duren
  • to text = sms‰Ûªen
  • information = informatie
  • sort of = soort
  • anything = wat ook maar
  • field = veld
  • by = bij
  • along = langs
  • side = kant
  • low = laag
  • stone = stenen, van steen / stenen / van steen
  • torch = zaklamp
  • eagle = adelaar