Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • disastrous = rampzalig
  • overnight = vannacht, tijdens de nacht / vannacht / tijdens de nacht
  • to wake = wakker worden
  • to suit = geschikt zijn voor
  • to burn = verbranden
  • to cover = bedekken
  • mistake = vergissing, fout / vergissing / fout
  • to be serious about something = iets serieus nemen
  • to fool around = aanlummelen, dollen / aanlummelen / dollen
  • result = uitslag
  • to predict = voorspellen
  • grades A-F = rapport- of toetscijfers (vergelijkbaar met cijfers 10-1 in Nederland)
  • personal tutor = mentor
  • to go on about = zeuren over, doorzeuren over / zeuren over / doorzeuren over
  • so-called = zogenaamd
  • to weigh = wegen
  • tear = traan
  • practically = praktisch, bijna / praktisch / bijna
  • no wonder = geen wonder
  • in peace = met rust
  • to break = ophouden, tot een einde komen / ophouden / tot een einde komen
  • zero = geen
  • energy = energie
  • to turn up = komen opdagen
  • promising = veelbelovend
  • musician = musicus
  • to meet = elkaar ontmoeten
  • met = ontmoette / ontmoetten elkaar / elkaar ontmoet
  • emotional = emotioneel, geestelijk / emotioneel / geestelijk
  • exhausted = uitgeput
  • stick insect = wandelende tak
  • to keep on about = doorzeuren over
  • kept on about = zeurde door over / zeurden door over / over doorgezeurd
  • potential = mogelijkheden
  • to be anorexic = lijden aan anorexia
  • adult = volwassene
  • dead = dood
  • to get a grip = de zaken onder controle krijgen
  • the Netherlands = Nederland
  • redhead = roodharige
  • freckles = sproeten
  • scholarship = studiebeurs