Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • il rencontre = hij ontmoet
  • de = van
  • salut = hoi
  • ça va? = hoe gaat het?
  • bien = goed
  • bonjour = dag
  • c’est ça = inderdaad; zo is het / inderdaad, zo is het / inderdaad / zo is het
  • tout le monde = iedereen
  • madame = mevrouw
  • bienvenu = welkom
  • content = tevreden, blij / tevreden / blij
  • déjà = al
  • le professeur = de leraar
  • ils sont = zij zijn / ze zijn
  • j’ai = ik heb
  • avec = met
  • bonne chance = veel succes