EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Carte Orange 2e editie
1 hv
1 hv - Unité 2 - appr 5
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
le métro
=
de metro
à plus
=
tot later
le rendez-vous
=
de afspraak
la gare
=
het station
qu’est-ce qu’il y a?
=
wat is er?
le bus
=
de bus
où
=
waar
un arrêt
=
een halte
bien sûr
=
natuurlijk
pas de bus
=
geen bus
le vélo
=
de fiets
à pied
=
lopend
trop
=
te
loin
=
ver
il y a
=
er is, er zijn / er is / er zijn
tout
=
alles
la maison
=
het huis
après
=
na, daarna / na / daarna
monter
=
klimmen, instappen / klimmen / instappen
chez toi
=
naar jouw huis, bij jou thuis / naar jouw huis / bij jou thuis
puis
=
vervolgens
sur
=
op
le lit
=
het bed
le train
=
de trein