EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Carte Orange 2e editie
1 hv
1 hv - Unité 3 - appr 2
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
avant
=
voor (van tijd) / voor
regarder
=
kijken
manger
=
eten
téléphoner
=
opbellen
un ami
=
een vriend
difficile
=
moeilijk
fermer
=
sluiten
rester
=
blijven
pendant
=
tijdens, gedurende / tijdens / gedurende
demander
=
vragen
tu fais
=
jij maakt, jij doet / jij maakt / jij doet / je maakt, je doet / je maakt / je doet
la semaine
=
de week
prochain / prochaine
=
volgende / volgend
prochaine
=
volgend(e) / volgende / volgend
le temps
=
de tijd
une interro
=
een overhoring
malade
=
ziek
travailler
=
werken
bouger
=
bewegen
par exemple
=
bijvoorbeeld
sérieux, sérieuse / sérieux / sérieuse
=
serieus
n’oublie pas
=
vergeet niet
oublier
=
vergeten
préférer
=
liever hebben, prefereren / liever hebben / prefereren