Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le canal = de gracht, het kanaal / de gracht / het kanaal
  • dépasser = passeren
  • le barrage = de dam
  • immense = enorm
  • au milieu de = midden in
  • distribuer = bezorgen, uitdelen / bezorgen / uitdelen
  • la circulation = het verkeer
  • étroit, étroite / étroit / étroite = smal
  • je venais d’avoir = ik had net ... / ik had net... / ik had net
  • le permis de conduire = het rijbewijs
  • dire = zeggen
  • le patron = de baas
  • le véhicule = het voertuig
  • large = breed