EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
3 havo-vwo
3 hv - Etape 3
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
guider
=
gidsen / laten zien / gidsen, laten zien
pleuvoir
=
regenen
l’imperméable
=
de regenjas
la taille
=
de kledingmaat
le marchand
=
de koopman
ça vous va
=
het staat u
parfaitement
=
uitstekend
les lunettes de soleil
=
de zonnebril
la paire
=
het paar
le ch’ti
=
het dialect van Noord-Frankrijk
j’espère
=
ik hoop
qu’est-ce qui
=
wat
quel est
=
wat is
on se verra
=
we zien elkaar
à plus
=
tot later / later / tot later, later
se déplacer
=
zich verplaatsen
le centre commercial
=
het winkelcentrum
immense
=
heel groot
automatique
=
automatisch
ultramoderne
=
heel modern
couvert
=
overdekt
le waterzooï
=
de waterzooi
traditionnel
=
traditioneel
recommencer
=
opnieuw beginnen
le sable
=
het zand
le jeu
=
het spel
entre autres
=
onder andere
l’espace
=
de ruimte / de plek / de ruimte, de plek
éducatif
=
educatief / opvoedkundig / educatief, opvoedkundig
le site
=
de plek
les horaires d’ouverture
=
de openingstijden
le plus proche
=
de dichtstbijzijnde
raconter
=
vertellen
quand même
=
toch
en avance
=
te vroeg
le parasol
=
de parasol
comme si
=
alsof
sauter
=
springen
le sweater
=
de sweater
la capuche
=
de capuchon
l’ambiance
=
de sfeer
la chaise longue
=
de ligstoel
le kiosque
=
de kiosk, het verkooppunt
l'atelier
=
de workshop
la lecture
=
het lezen
le jeu de société
=
het gezelschapsspel
géant
=
reusachtig
la température
=
de temperatuur
la conteur
=
de verteller
l'impression
=
de indruk
le château de sable
=
het zandkasteel
de l'autre côté
=
aan de andere kant
tout d'un coup
=
plotseling
se lancer dans
=
zich storten op