EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
3 havo-vwo
3 hv - Etape 4
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
maladroit
=
onhandig
la publicité
=
de reclame
le drapeau
=
de vlag
installer
=
neerzetten / ophangen / neerzetten, ophangen
dormir
=
slapen
ouvrir
=
openmaken
le bruit
=
het geluid
bizarre
=
vreemd
la porte
=
de deur
fatigué
=
moe
le chapiteau
=
de circustent
la chair de poule
=
het kippenvel
avoir la trouille
=
bang zijn
connaître
=
kennen
le trapèze
=
de trapeze
le courage
=
de moed
redescendre
=
weer naar beneden gaan
les pompiers
=
de brandweer
se débrouiller
=
zich redden
il fait noir
=
het is donker
la sardine
=
de tentharing
idiot
=
stom
la corde
=
het touw
détacher
=
losmaken
principal
=
belangrijkste
s’effondrer
=
instorten
marrant
=
geinig / grappig / geinig, grappig
le roi
=
de koning
le rôle
=
de rol
l’acteur
=
de acteur
le saut
=
de sprong
le métier
=
het vak
devenir
=
worden
absolument
=
absoluut
dès
=
vanaf
remplacer
=
vervangen
jeter
=
gooien / werpen / gooien, werpen
le feu
=
het vuur
avoir le trac
=
zenuwachtig zijn
avoir de la chance
=
geluk hebben
le conseil
=
de raad
réfléchir
=
nadenken
la carrière
=
de loopbaan
le moyen de transport
=
het vervoermiddel
le combat
=
het gevecht
l'improvisation
=
de improvisatie
le casse-cou
=
de waaghals
le tournage
=
de filmopname
rarement
=
zelden
la plaie
=
de wond / de snee / de wond, de snee
futur
=
toekomstig
tourner mal
=
slecht aflopen
généralement
=
over het algemeen
physique
=
lichamelijk
la torche
=
de fakkel
humain
=
menselijk