Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • vous devez = u moet
  • devoir = moeten
  • je dois = ik moet
  • suivant = volgende
  • entrer = naar binnen gaan
  • fermé = gesloten
  • fermer = sluiten
  • le dernier / la dernière = de laatste
  • le premier / la première = de eerste
  • rentrer = teruggaan
  • le billet = het kaartje
  • l’aller (m) = de enkele reis
  • l’aller-retour (m) = het retourtje
  • arriver = aankomen