Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • abordable = toegankelijk
  • le millier = het duizendtal
  • polyvalent = veelzijdig
  • élaborer = uitwerken, maken / uitwerken / maken
  • muni de = voorzien van
  • ôter = uittrekken
  • s'initier = zich de grondbeginselen eigen maken
  • une habileté = een handigheid
  • la mise en garde = de waarschuwing
  • hivernal = winter
  • le téléski = de skilift
  • expansé = schuim
  • le cerf-volant = de vlieger
  • la puissance = de kracht
  • le saut = de sprong
  • en raison de = wegens, vanwege / wegens / vanwege
  • ensevelir = bedelven
  • féroce = wild
  • le casque = de helm
  • une boucle = een gesp
  • un apprentissage = een opleiding, leren / een opleiding / leren
  • le lac = het meer
  • la voile = het zeil
  • polluant = vervuilend
  • la hauteur = de hoogte
  • le lancement = het op de markt brengen