Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • contrairement = in tegenstelling tot
  • le proviseur = de rector
  • à la fois = tegelijkertijd
  • le saut = de sprong
  • plutôt = eerder
  • une association = een vereniging
  • satisfaire à = voldoen aan
  • la punition = de straf
  • se rendre utile = zich nuttig maken
  • le dauphin = de dolfijn
  • le vol = de vlucht
  • davantage = meer
  • le développement = de ontwikkeling
  • défier = uitdagen
  • notamment = vooral
  • ramer = roeien
  • la galère = het afzien
  • alizé = mild
  • le courant = de stroming
  • naval = scheeps
  • une île = een eiland
  • élever = grootbrengen, opvoeden / opvoeden / grootbrengen
  • une injustice = een onrechtvaardigheid
  • le contraire = het tegenovergestelde
  • un exploit = een heldendaad
  • mettre en doute = in twijfel trekken