Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • valoir = opleveren, waard zijn / opleveren / waard zijn
  • poursuivre = voortgaan met
  • c'est pourquoi = daarom
  • le droit = het recht
  • même si = zelfs als
  • la soumission = de onderwerping
  • à l'ancienne = op een ouderwetse manier
  • passer à / à propos de = overstappen op
  • une histoire = een verhaal
  • renforcer = versterken
  • hors de = buiten
  • s'opposer à = zich verzetten tegen
  • rêver = dromen
  • un avenir = een toekomst
  • manquer = ontbreken, missen / ontbreken / missen
  • arrêter = stoppen, tegenhouden / stoppen / tegenhouden
  • souffrir = lijden
  • à part = behalve
  • protéger = beschermen
  • devenir = worden
  • tourner = draaien, opnemen / draaien / opnemen
  • défendre = verdedigen
  • à cause de = vanwege
  • un jour = op een dag
  • le souvenir = de herinnering