Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • louer = huren
  • le chemin = de weg
  • confirmer = bevestigen
  • éclatant = overweldigend
  • améliorer = verbeteren
  • quant à = wat ... betreft / wat betreft
  • joindre = voegen bij
  • se rencontrer = elkaar ontmoeten
  • toutefois = in ieder geval
  • s'ennuyer = zich vervelen
  • venir de = zojuist
  • rassembler = bijeenbrengen
  • tomber d'accord = het eens worden
  • bronzer = zonnen
  • ravissant = betoverend
  • le départ = het vertrek
  • douloureux = pijnlijk
  • avoir honte = zich schamen
  • convenir de = afspreken
  • le coup de foudre = liefde op het eerste gezicht