Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • tiède = lauw
  • la lessive = het wasmiddel
  • tremper = weken
  • le degré = de graad
  • étendre = ophangen van wasgoed, uitspreiden / ophangen / uitspreiden
  • le sèche-linge = de wasdroger
  • repasser = strijken
  • à l'envers = binnenstebuiten
  • le pli = de vouw
  • expédier = verzenden
  • aussitôt que possible = zo snel mogelijk
  • ci-dessous = hieronder
  • rincer = uitspoelen / spoelen
  • la commande = de bestelling
  • immédiatement = onmiddellijk
  • conserver = behouden / houden
  • la confiance = het vertrouwen
  • être satisfait de = tevreden zijn met
  • un achat = een aankoop
  • mentionner = vermelden