Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le sable = het zand
  • tripler = verdriedubbelen
  • le drapeau = de vlag
  • reporter = uitstellen
  • la canicule = de hittegolf
  • le coup de tonnerre = de donderslag, onweer / de donderslag / onweer
  • étouffant = verstikkend
  • les tongs = de teenslippers
  • la chaleur = de hitte
  • gonflable = opblaas
  • le secour = de hulp
  • une infirmerie = een eerstehulppost
  • soigner = verzorgen
  • un oeil = een oog
  • le requin = de haai
  • mordu = gebeten
  • mordre = bijten
  • innocent = onschuldig
  • la serviette = de handdoek
  • une interruption = een onderbreking
  • se baigner = zwemmen
  • souffrir = lijden
  • le congé = het verlof, de vakantie / het verlof / de vakantie
  • une glacière = een koelbox, een ijskast / een koelbox / een ijskast
  • la chaise longue = de ligstoel
  • rattraper = inhalen
  • une agence immobilière = een makelaarskantoor