Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le logement = de huisvesting
  • francophone = Franstalig
  • compliqué = ingewikkeld
  • de préférence = bij voorkeur
  • disponible = beschikbaar
  • le défi = de uitdaging
  • le baccalauréat = het eindexamen
  • quelques = enkele
  • la langue maternelle = de moedertaal
  • se débrouiller = zich redden
  • couramment = vloeiend
  • avoir l'intention = van plan zijn
  • faire des études = studeren
  • une entreprise = een ondernemning, een bedrijf / een onderneming / een bedrijf
  • assez = genoeg
  • tenir au courant = op de hoogte houden
  • d'ailleurs = trouwens
  • perfectionner = verbeteren
  • davantage = meer
  • plaire = bevallen