Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • begayer = stotteren
  • dès = vanaf
  • le langage = het taalgebruik
  • rédiger = opstellen
  • le son = de klank
  • mortel = dodelijk
  • recruter = werven
  • un outil = een gereedschap
  • jusqu’au bout = tot het eind
  • taper = typen
  • le doigt = de vinger
  • le discours = de speech
  • se mettre en place = zich ontwikkelen
  • énoncer = uitdrukken
  • effectivement = inderdaad
  • le logiciel = de software
  • rare = zeldzaam
  • à proximité = in de nabijheid
  • substituer = vervangen
  • soigner = verzorgen
  • se douter de = vermoeden
  • une autonomie = een onafhankelijkheid
  • le poste = de functie, de betrekking / de functie / de betrekking
  • différer = verschillen
  • allumer = aandoen / aansteken
  • surnommé = bijgenaamd