Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le royaume = het koninkrijk
  • faire office de = dienst doen als
  • le moulin à vent = de windmolen
  • bref = kortom
  • sociable = makkelijk in de omgang
  • le sabot = de klomp
  • témoigner = getuigen
  • la rémunération = de beloning
  • la digue = de dijk
  • s'avérer = blijken
  • le précurseur = de voorloper
  • receler = verbergen
  • issu de = voortgekomen uit
  • alors que = terwijl
  • à travers = dwars door
  • au delà de = achter / verder dan
  • le champ = het veld
  • courageux = moedig
  • durant = gedurende
  • nourrir = voeden
  • sillonner = doorkruisen