Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • débarrasser de = ontdoen van
  • la charcuterie = de vleeswaren
  • percer = doorbreken
  • indécent = onfatsoenlijk
  • la grande surface = de grote supermarkt / de supermarkt
  • de toute façon = in elk geval
  • décliner = afwijzen
  • la confiserie = het snoepgoed
  • un échec = een mislukking
  • le maillot de bain = het badpak
  • une apparition = een verschijnen
  • en tête = aan kop / aan de leiding
  • vider = leegmaken
  • mincir = slank worden
  • nutritionnel = voedings
  • la satiété = de verzadiging
  • le fromage blanc = de kwark
  • un additif = een toevoeging
  • le panier = de mand
  • improbable = onwaarschijnlijk
  • faire attention à = letten … op
  • la méfiance = het wantrouwen
  • sembler = lijken
  • ajouter = toevoegen
  • augmenter = toenemen