Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • la source = de bron
  • majeur = grootst
  • la bagnole = de auto
  • les transports en commun = het openbaar vervoer
  • éloigné = verwijderd
  • mortel = dodelijk
  • le ralentisseur = de verkeersdrempel
  • déplorer = betreuren
  • lointain = afgelegen
  • condamner = veroordelen
  • courant = gangbaar / gewoon
  • la municipalité = de gemeenteraad
  • un usager = een gebruiker
  • pliable = opvouwbaar
  • vouer = wijden
  • un embouteillage = een file
  • contraindre = dwingen
  • s'efforcer = zich inspannen / zijn best doen
  • revenir à = neerkomen op
  • équiper = uitrusten
  • entendre = van plan zijn / bedoelen
  • négligeable = onbelangrijk
  • la contrainte = de verplichting
  • le mode de vie = de manier van leven
  • gérer = beheren
  • inenvisageable = ondenkbaar