Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le serment = de eed
  • fâcheux = vervelend
  • le compatriote = de landgenoot
  • la majorité = de meerderheid
  • se prévaloir de = zich beroepen op
  • un accroissement = een groei
  • la revendication = het opeisen
  • instaurer = oprichten
  • étirer = uitrekken
  • le décret = het besluit
  • tout à coup = plotseling
  • le moule = de mal
  • la trahison = het verraad
  • solennel = plechtig
  • regretter = betreuren
  • l'orthographe = de spelling
  • supprimer = afschaffen
  • un auditoire = een publiek
  • un héritage = een erfenis
  • la montée = de opkomst
  • gérer = beheren
  • désormais = voortaan
  • le patrimoine = het erfgoed
  • la reconnaissance = de erkenning
  • musulman = moslim
  • le bricolage = het knutselen