Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le siècle = de eeuw
  • prendre le relais = het overnemen
  • le verglas = de ijzel
  • déclencher = in beweging zetten
  • un ouest = een westen
  • le caprice = de bevlieging
  • d’habitude = gewoonlijk
  • un averse = een bui
  • en temps réel = live
  • récolté = geoogst, binnen gehaald / geoogst / binnen gehaald
  • à neuf reprises = tot negen keer toe
  • souscrire = aangaan
  • le ciel = de hemel
  • la tempête = de storm
  • transmis = uitgezonden
  • le cours = de koers
  • le nuage = de wolk
  • un aperçu = een korte weergave
  • fiable = betrouwbaar
  • la plaisanterie = de grap
  • imprévu = onvoorzien
  • la canicule = de hittegolf
  • un est = een oosten
  • la voile = de sluier
  • une éclaircie = een opklaring
  • mettre en doute = in twijfel trekken