EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Libre Service vierde editie
VWO - Leerjaar 5 - 4e editie
5 vwo-unité 5 Totaal
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
pourvu de
=
voorzien van
la provenance
=
de herkomst
la cheville
=
de enkel
encourager
=
aanmoedigen
le bracelet
=
de armband
attribuer
=
toewijzen / toekennen
les dommages
=
de schade
léger
=
licht
imprévu
=
onverwacht
le désagrément
=
de last / het ongemak
valable
=
geldig
retirer
=
uitdoen van kleding / uitdoen
l’abus
=
het misbruik
la date d’expiration
=
de vervaldatum
le passager
=
de passagier
le bagage à main
=
de handbagage
décoller
=
opstijgen
la carte d’embarquement
=
de boardingpass
le vol
=
de vlucht
atterrir
=
landen
témoigner de
=
getuigen van
la culture
=
de teelt
sauvage
=
wild
le liquide
=
het contant geld
le paysage
=
het landschap
l’itinéraire
=
de route
le permis de conduire
=
het rijbewijs
incontournable
=
onvermijdelijk
l’abolition
=
de afschaffing
l’esclavage
=
de slavernij
le décalage horaire
=
het tijdsverschil
le patrimoine
=
het erfgoed
le voilier
=
de zeilboot
agricole
=
agrarisch
se munir de
=
meenemen / bij zich hebben
le forfait
=
het arrangement
le cimetière
=
het kerkhof
l’altitude
=
de hoogte
le papillon
=
de vlinder
courant
=
gangbaar
l’Hexagone
=
Europees Frankrijk
subir
=
ondergaan
constituer
=
vormen
le périple
=
de rondreis
le dépaysement
=
de aangename verandering van gewoonten / de verandering van gewoonten
l’escale
=
de tussenlanding
en provenance de
=
afkomstig van / afkomstig uit
la frontière
=
de grens
à destination de
=
met bestemming van / met bestemming naar
de nos jours
=
tegenwoordig
large
=
breed
perpétuel
=
voortdurend / eeuwig
le gratte-ciel
=
de wolkenkrabber
à l’exception de
=
met uitzondering van
l’objet
=
het voorwerp
également
=
ook
à la fois
=
tegelijkertijd
de loin
=
verreweg
le fleuve
=
de grote rivier / de rivier
les affaires
=
de zaken
l’angle
=
de hoek
la métropole
=
de wereldstad
l’espace
=
de ruimte
du côté de
=
aan de kant van
l’amabilité
=
de vriendelijkheid
faire un tour
=
een uitstapje maken
la communauté
=
de gemeenschap
ancien
=
oud
attirant
=
aantrekkelijk
résumer
=
samenvatten
l’Antiquité
=
de Oudheid
se révéler
=
blijken
autour de
=
rondom
animé
=
druk / levendig
les curiosités
=
de bezienswaardigheden
urbain
=
stedelijk
l’embouteillage
=
de file
la citadin / la citadine
=
de stadsbewoner
la densité de population
=
de bevolkingsdichtheid
restreindre
=
beperken
le traité
=
het verdrag
marché
=
de markt
la polémique
=
de polemiek / de discussie
la dispute
=
de ruzie
interdire
=
verbieden
répandre
=
verspreiden
l’armes nucléaires
=
de kernwapens
la coopération
=
de samenwerking
principalement
=
voornamelijk
la création
=
uitvinden
valoriser
=
meer waarde toekennen aan
renforcer
=
versterken
s’attarder
=
te lang stilstaan bij
la paix
=
de vrede
l’ouverture d’esprit
=
ruimdenkendheid
la prolifération
=
de verspreiding
consentir
=
het eens zijn
voter
=
stemmen
la liberté
=
de vrijheid
l’élargissement
=
de uitbreiding
commun
=
gemeenschappelijk
l’investissement
=
de investering
unir
=
verenigen
le drapeau
=
de vlag
l’hymne
=
het volkslied
le Conseil européen
=
de Europese Raad
le citoyen
=
de burger
l’État membre
=
de lidstaat
les élections
=
de verkiezingen
louer
=
huren
revenir cher
=
duur uitkomen
nécessiter
=
vereisen
faire le tour
=
een rondreis maken
dans ce cas
=
in dat geval
se plaindre
=
klagen
le péage
=
de tol
l’essence
=
de benzine
le dépliant
=
de folder
la chambre d’hôtes
=
de bed and breakfast
rejoindre
=
komen bij / zich voegen bij
à moins que
=
tenzij
incroyable
=
ongelooflijk
confondre
=
door elkaar halen / verwarren
rural
=
plattelands / landelijk
quinze jours
=
twee weken
l’arrêt de bus
=
de bushalte
avoir l’intention de
=
van plan zijn om
une nuit de plus
=
nog een nacht
participer aux frais
=
bijdragen in de kosten
complet
=
vol
dans les plus brefs délais
=
zo spoedig mogelijk
empêcher
=
verhinderen
je suis désolé
=
het spijt me
ça ne marche pas
=
het doet het niet
faire une réclamation
=
een klacht indienen
résoudre
=
oplossen
être en panne
=
pech hebben
inadmissible
=
ontoelaatbaar
trouver une solution
=
een oplossing vinden