Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • malheureusement = helaas
  • l’herbe = het gras
  • autoriser = toestaan
  • au début = in het begin
  • l’endroit = de plek
  • le degré = de graad
  • l’ouverture = de opening
  • la bande = de groep
  • la serviette = de handdoek
  • l’attente = het wachten
  • le déjeuner = de lunch
  • rigoler = lol hebben / maken
  • inoubliable = onvergetelijk
  • le toboggan = de glijbaan
  • aucune = geen enkele
  • le goût = de smaak
  • la foule = de menigte
  • sauvage = wild
  • vaste = uitgestrekt
  • l’espace = de ruimte
  • médiocre = middelmatig
  • la pelouse = het grasveld
  • à cause de = vanwege
  • la vague = de golf
  • l’opinion = de mening
  • être d’accord = het eens zijn
  • selon moi = volgens mij
  • détester = haten / een hekel hebben aan
  • croire = geloven
  • pour = voor
  • contre = tegen
  • penser = denken
  • sûr / certain = zeker
  • plaire = bevallen / leuk vinden
  • préférer = liever willen / de voorkeur geven aan
  • aucun = geen enkel