Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • time = tijd
  • age = tijdperk
  • always = altijd
  • watch = horloge
  • about = ongeveer
  • to get = worden / krijgen
  • to look = kijken
  • minute = minuut
  • almost/nearly = bijna
  • often = vaak
  • last = laatste / vorige
  • since = sinds
  • to come = komen
  • soon = gauw
  • ever = ooit
  • never = nooit
  • every = ieder
  • once = eens
  • twice = twee keer
  • three times = drie keer
  • when = wanneer
  • tonight = vanavond
  • during = tijdens
  • sometimes = soms
  • early = vroeg
  • again = weer
  • adult / grown-up = volwassene