Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • break = pauze
  • to translate = vertalen
  • translation = vertaling
  • exam = examen
  • hard = hard
  • test = toets
  • grade = cijfer
  • average = gemiddeld
  • to pass = slagen voor
  • pass = voldoende
  • to fail = zakken voor
  • fail = onvoldoende
  • student = student
  • glad = blij
  • language = taal
  • to guess = raden
  • difficult = moeilijk
  • easy = gemakkelijk
  • difficulty = moeilijkheid
  • to seem = lijken
  • mistake = fout
  • sentence = zin
  • noise = lawaai
  • report = rapport
  • exercise = oefening
  • example = voorbeeld
  • for example = bijvoorbeeld
  • to explain = uitleggen
  • to finish = afmaken
  • to write = schrijven