Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • to take care of/to look after = zorgen voor
  • an only child = enig kind
  • marriage = huwelijk
  • to divorce = scheiden
  • divorce = echtscheiding
  • engaged (to) = verloofd (met)
  • to refuse = weigeren
  • refusal = weigering
  • age = leeftijd
  • bride = bruid
  • bridegroom = bruidegom
  • wedding = bruiloft
  • guest = gast
  • to celebrate = vieren
  • birth = geboorte
  • to congratulate (on) = feliciteren (met)
  • congratulations = gefeliciteerd
  • bachelor = vrijgezel
  • single = alleenstaand
  • to embrace = omhelzen
  • place of birth = geboorteplaats
  • date of birth = geboortedatum
  • to go steady = verkering ehbben
  • to break it off = het uitmaken
  • honeymoon = huwelijksreis
  • background = achtergrond
  • old people's home = bejaardentehuis
  • to consider/to regard = beschouwen
  • acquaintance = kennis
  • to introduce = voorstellen
  • middle-aged = van middelbare leeftijd
  • elderly = bejaard