Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • novel = roman
  • novelist = romanschrijver
  • author/writer = auteur/schrijver
  • main character = hoofdfiguur
  • to publish = uitgeven (boek)
  • publisher = uitgever
  • to lend = lenen (aan)
  • to borrow = lenen (van)
  • comic = stripverhaal
  • copy = exemplaar
  • poet = dichter
  • fairy tale = sprookje
  • to exist = bestaan
  • chapter = hoofdstuk
  • poem = gedicht
  • library = bibliotheek
  • fascinating = boeiend
  • to be about = gaan over
  • to deal with = behandelen/gaan over
  • pile = stapel
  • really = echt/werkelijk
  • reality = de werkelijkheid
  • to be fed up with something = iets zat zijn
  • to use = gebruiken
  • use = nut
  • useful = nuttig
  • useless = nutteloos/zinloos