Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • to pass = aangeven
  • to pour = inschenken
  • blade = lemmet
  • to prepare = klaarmaken
  • by the way = tussen twee haakjes
  • to bother = moeite doen
  • to tip = een fooi geven
  • course = gang (van maaltijd)
  • main course = hoofdgerecht
  • recipe = recept
  • cardboard = karton
  • to curse = vloeken
  • contents = inhoud
  • beverage = drank
  • spirits / booze = sterke drank
  • to fetch = halen
  • brandy = cognac
  • to brew = brouwen
  • licence = vergunning
  • tipsy = een beetje dronken
  • lager = pils
  • landlord = cafebaas
  • brim/rim = rand
  • crisp = knapperig
  • barrel = vat
  • to squeeze = (uit)persen
  • neither ... nor = noch ... noch
  • liquid = vloeistof