Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • to disrupt = ontwrichten
  • disruption = ontwrichting
  • occurrence = gebeurtenis
  • to ascribe to = toeschrijven aan
  • to divert = omleiden
  • diversion = omleiding
  • verge = berm, rand
  • coach, carriage = rijtuig, koets
  • to convey = vervoeren
  • conveyance = vervoer
  • to be due = moeten aankomen
  • to pull up = stoppen
  • kerb = stoeprand
  • alley = steeg
  • gently = zacht, voorzichtig
  • commonplace = gewoon
  • to puncture = een gaatje maken in
  • to dazzle = verblinden
  • vicinity = buurt
  • to reverse = achteruitrijden
  • rear = achterkant
  • ramshackle = gammel
  • grease = vet
  • rag = lap, vod
  • to signify = betekenen
  • glimpse = glimp
  • to dispense with = zonder kunnen
  • to avert = vermijden
  • to inflate = oppompen
  • exhaust = uitlaat
  • awkward = lastig