Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • (in)audible = (on)hoorbaar
  • to exclaim = uitroepen
  • to deliberate = overleggen
  • coarse = ruw/grof
  • to observe = opmerken
  • observation = opmerking
  • plain = duidelijk
  • eloquent = welsprekend
  • eloquence = welsprekendheid
  • to narrate / to relate = vertellen
  • mute = sprakeloos
  • elaborate = uitvoerig
  • stationery = schrijfwaren
  • to derive from = afleiden van
  • scrap = stukje
  • juvenile = jeugd
  • fictitious/fictional = verzonnen/fictief
  • outline = overzicht
  • volume = deel
  • villain = schurk
  • to portray = beschrijven
  • to affirm = bevestigen
  • affirmative = bevestigend
  • witty = geestig
  • odd = eigenaardig
  • deaf and dumb = doofstom
  • to seal = verzegelen