Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • to tamper with = knoeien aan
  • engaging = innemend/aardig
  • smug/complacent = zelfvoldaan
  • to meddle in = zich bemoeien met
  • to question = in twijfel trekken
  • breach = breuk
  • to scold = een standje geven
  • rash = overhaast
  • to forsake = in de steek laten
  • unruly = lastig/onhandelbaar
  • mob = menigte
  • to grumble = mopperen
  • to assert = laten gelden
  • hush = stilte
  • to pay homage/tribute to = eer betonen aan
  • deceptive = bedrieglijk
  • deception = bedrog
  • to seek help = hulp zoeken
  • content/contented = tevreden
  • discontented = ontevreden
  • to preach = verkondigen/prediken
  • properly = goed/zoals het hoort
  • improper = onjuist
  • to alienate = vervreemden
  • alienation = vervreemding