Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • bound for = op weg naar
  • to propel = voortstuwen
  • distress = nood
  • craft = vaartuig(en)
  • to equip = uitrusten
  • to encounter = tegenkomen/ontmoeten
  • encounter = ontmoeting
  • to attach = vastmaken
  • haphazardly = op goed geluk/lukraak
  • incident = voorval
  • to assure = verzekeren
  • assurance = verzekering
  • dreadful = vreselijk
  • venture = waagstuk
  • to venture = zich wagen
  • properly = goed/naar behoren
  • to convert = veranderen/verbouwen
  • discomfort = ongemak
  • to pitch = opzetten
  • to conform with = in overeenstemming zijn met
  • property = eigendommen
  • to disembark = van boord gaan