Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • folly = dwaasheid
  • plausible = aannemelijk/plausibel
  • to view = bekijken
  • to attend to = letten op
  • to argue = stellen/betogen
  • to envisage = zich voorstellen/zien
  • to dwell on = stil staan bij/uitweiden over
  • unanimous = unaniem
  • thesis = stelling
  • trustworthy = betrouwbaar
  • to resolve = oplossen / besluiten
  • resolution = voornemen/besluit
  • to take account of = rekening houden met
  • to occupy = bezighouden
  • preoccupied = in beslag genomen/verdiept
  • to grasp = begrijpen
  • to recollect/to recall = zich herinneren
  • recollection = herinnering
  • to adhere to = zich houden aan
  • prone = geneigd
  • uncompromising = star/onbuigzaam
  • to reflect = nadenken
  • reckless = roekeloos
  • prodigy = wonderkind