Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • everyday = alledaags
  • banking = de bankzaken
  • to consist of = bestaan uit
  • foreigner = de buitenlander
  • DigiD (digital signature) = DigiD
  • use = het gebruik
  • walk-in consulting hours = het inloopspreekuur
  • interest = de interesse
  • customer service = de klantenservice
  • to click = klikken
  • learning material = de lesstof
  • to practice = oefenen
  • subject = het onderwerp
  • relaxed = ontspannen
  • to go on = opgaan
  • pace = het tempo
  • during = tijdens
  • to type = tikken
  • skill = de vaardigheid
  • to improve = verbeteren
  • to have = voeren
  • to follow = volgen
  • search engine = de zoekmachine