Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • abs = buikspieren
  • bout = aanval
  • despicable = verwerpelijk
  • to dial = kiezen (van een telefoonnummer)
  • to disperse = verspreiden
  • divergent = uiteenlopend
  • elated = verrukt
  • to flap = wapperen
  • giggle = giechelbui
  • in unison = in koor
  • insomnia = slapeloosheid
  • nondescript = onbepaald
  • plagued = geplaagd
  • raging = razend
  • to reclaim = opnieuw opeisen
  • to roar = brullen
  • to simulate = doen alsof
  • to titter = onderdrukt giechelen
  • vile = zeer slecht
  • to wander = zwerven, wandelen