Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • I fully agree … = Ik ben het helemaal eens …
  • Exactly! = Precies!
  • I suppose so. = Ik denk van wel.
  • I guess you’re right. = Ik denk dat je gelijk hebt.
  • Up to a point. = Tot op zekere hoogte.
  • It depends. = Dat hangt ervan af.
  • I wouldn’t say that. = Dat zou ik niet zeggen.
  • I take a different view. = Ik zie dat anders.
  • I can’t share your opinion. = Ik kan die mening niet delen.
  • Absolutely not. = Absoluut niet.
  • No way! = Echt niet!
  • I completely disagree … = Ik ben het er helemaal niet mee eens …
  • That's amazing! / That's wonderful! / That’s great! = Dat is geweldig!
  • That's awesome! = Dat is fantastisch!
  • I’m really keen ... = Ik ben erg dol (op) …
  • Good morning. = Goedemorgen.
  • Good afternoon. = Goedemiddag.
  • Good evening. = Goedenavond.
  • That may be so, but ... = Dat kan wel zo zijn, maar …
  • As a rule, … = In de regel, …
  • Generally speaking, … / In general, … / On the whole, … = Over het algemeen, …
  • I was excited … = Ik was opgewonden (om) …
  • It is great … = Het is geweldig …
  • It was exciting ... = Het was spannend (om) …
  • Excuse me, … = Neem me niet kwalijk, …
  • Forgive me for asking, but … = Sorry dat ik het vraag, maar …
  • Lovely day, isn’t it? = Mooie dag, vind je ook niet?
  • My name’s … Pleased to meet you. = Mijn naam is … . Aangenaam om kennis te maken.
  • ... I really must be off now. = … ik moet nu echt gaan.
  • ... I’m afraid I’ll have to go now. = … ik ben bang dat ik nu moet gaan.
  • Bye! = Doei!
  • I hope you don’t mind, but ... = Ik hoop dat je het niet erg vindt, maar …
  • It’s been very interesting talking to you, but ... = Ik vond het heel interessant om met je te praten, maar …
  • Look after yourself! = Let goed op jezelf!
  • See you next week! = Tot volgende week!
  • Take care! = Wees voorzichtig!
  • I’d like to remark that ... = Ik wil graag opmerken dat …
  • Mind you, I do think that ... = Let wel, ik denk wel dat …
  • On the other hand... = Aan de andere kant …
  • I think… = Ik denk …
  • In my opinion … = Naar mijn mening …
  • As far as I’m concerned ... = Wat mij betreft …
  • I’m of the opinion that... = Ik ben van mening dat …
  • I’m sure that … = Ik weet zeker (dat) …
  • I'm convinced that … = Ik ben ervan overtuigd (dat) …
  • In my view, … = Volgens mij …
  • To me, … = Voor mij …
  • It seems to me that, … = Het lijkt mij dat ….
  • For example, … / For instance, … = Bijvoorbeeld, …
  • For one thing, … = Enerzijds, …
  • Take for example, … = Neem bijvoorbeeld, …
  • Take the way (he) … = Neem de manier waarop (hij)…
  • To give you an idea … = Om je een idee te geven …
  • First of all, … = Allereerst …
  • Secondly, … = Ten tweede …
  • Finally, … = Ten slotte, …
  • In the first place, … = In de eerste plaats …
  • And finally, … = En ten slotte …
  • Besides that … = Bovendien, …
  • I'm disappointed … = Ik ben teleurgesteld (dat) …
  • It’s too bad … = Het is jammer …
  • It's a pity … = Het is zonde …
  • This is not what I had expected. = Dit is niet wat ik verwacht had.
  • This is worse than I had expected. = Dit is erger dan ik verwacht had.
  • I had hoped for something better. = Ik had op iets beters gehoopt.
  • It is ridiculous … = Het is belachelijk …
  • It is unbelievable … / It is incredible … = Het is ongelofelijk …
  • I can't imagine … = Ik kan me niet voorstellen …
  • I can’t believe … = Ik kan niet geloven …
  • I was shocked to read … = Ik was geschrokken toen ik las …