Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • entrepreneur = entrepreneur
  • to evade = ontwijken
  • to graduate = behalen van het (middelbare school)diploma
  • to impose = opleggen
  • initially = aanvankelijk
  • merit = kracht, verdienste
  • to nurture = koesteren, voeden
  • prior to = voorafgaand aan
  • prodigy = wonderkind
  • to pursue = nastreven
  • to reject = afwijzen
  • to resent = kwalijk nemen
  • to signal = een teken zijn
  • to stick = plakken
  • to subscribe to = abonneren op / ondersteunen
  • subsequently = vervolgens
  • to tinker with = sleutelen, knutselen
  • to boot = op de koop toe
  • turnover = omzet
  • vendor = verkoper