Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • despite = ondanks
  • fail (to) = zakken voor
  • beg (to) = bedelen, smeken
  • match (to) = bij elkaar passen
  • similar = hetzelfde
  • impress (to) = indruk maken op
  • punish (to) = straffen
  • responsibility = verantwoordelijkheid
  • principal = hoofd van de school
  • approach = benadering